Ken je dat gevoel? Dat stemmetje in je hoofd dat fluistert: “Ze verwachten iets speciaals van mij. Een groots verhaal. Een bijzondere reden waarom ik doe wat ik doe.” Maar als ik eerlijk ben? Mijn proces is helemaal niet zo spectaculair. Ik ga gewoon zitten, pak mijn materialen, en begin. Soms stroomt het, soms niet. Er zijn geen magische wandelingen langs het strand of bijzondere visioenen. Het is gewoon… hoe ik werk. En toch voelt dat vaak niet goed genoeg.
Dat is precies waar het imposter syndroom om de hoek komt kijken. Het gevoel dat je niet goed genoeg bent, dat je het allemaal maar een beetje “doet” en dat anderen dat op een dag zullen ontdekken. Maar weet je wat ik steeds meer leer? Wat voor mij gewoon is, kan voor anderen juist heel bijzonder zijn.
Wat maakt ‘gewoon’ bijzonder?
Voor mij voelt het proces van creëren misschien heel alledaags. Maar als ik met klanten praat of reacties krijg, valt me steeds weer op hoe mensen gefascineerd zijn door dingen die voor mij normaal lijken. Ze zien mijn kleurrijke kunst, mijn sieraden, en vragen zich af hoe ik op zo’n idee kom. Ze vinden het magisch dat ik uit het niets iets maak dat betekenisvol is. Voor mij is het ‘gewoon zitten en doen’, maar voor hen lijkt het bijna een superkracht.
Misschien zit daar wel de magie. Niet in een grootse inspiratiebron, maar in het simpele feit dat ik begin. Dat ik mezelf toestaat om te proberen. Want waar veel mensen blijven dromen, ga ik aan de slag. Het resultaat: iets unieks dat hun hart raakt. Misschien is dat wel het bijzondere verhaal, zonder dat ik het zelf doorheb.
Het gevaar van vergelijken
Een groot deel van het imposter syndroom komt door vergelijken. Je ziet andere kunstenaars, ondernemers of creatievelingen op sociale media met prachtige foto’s van hun ‘inspirerende’ levens. De natuurwandelingen, de koffiemomenten, de perfect gestylde werkplekken. Het lijkt allemaal zo speciaal. Maar wat je niet ziet, is hoe zij ook worstelen. Hoe zij waarschijnlijk ook momenten hebben waarop ze niets voelen stromen.
Jouw manier van werken hoeft niet te lijken op die van een ander. Het feit dat je creëert, dat je iets maakt dat mensen raakt, is al genoeg. Ook al voelt het voor jou alledaags. Jouw “gewoon” is een ander zijn inspiratiebron.
Hoe ik ermee omga
Ik heb geleerd om mezelf vaker een stapje terug te laten nemen en naar mijn werk te kijken door de ogen van een ander. Wat ik maak, de details, de kleuren, de verhalen die klanten eraan verbinden – dát is wat het bijzonder maakt. Het helpt me ook om complimenten echt te ontvangen. Niet meteen wegwuiven met: “Oh, maar dat stelt niet zoveel voor.” Nee, gewoon: “Dankjewel.” Dat is lastig, maar het helpt.
En ik probeer mezelf te herinneren aan waarom ik ooit begon. Het is niet omdat ik grote verhalen wilde vertellen of iedereen wilde overtuigen van hoe inspirerend ik ben. Het is omdat ik plezier haal uit creëren. Omdat het me blij maakt. Dat is genoeg.
De les van het imposter syndroom
Als jij je herkent in dit verhaal, weet dan dat je niet de enige bent. Veel creatievelingen voelen zich onzeker over hun proces of denken dat ze niet goed genoeg zijn. Maar dat is precies waarom jouw verhaal, jouw manier van werken, wél waardevol is. Juist omdat het echt is. Het hoeft niet perfect te zijn, het hoeft geen sprookje te zijn. Het hoeft alleen maar van jou te zijn.
En wie weet, voor iemand anders is dat precies de magie waar ze naar zochten. Dus blijf maken. Blijf gewoon zitten, beginnen, en vertrouwen dat wat jij creëert, uniek is. Want dat is het. Zelfs als je dat zelf soms even vergeet.